Nadat bij het eerste deel van het artikel over Stem en Overgang de focus vooral lag op welke klachten zangeressen hebben tijdens de overgang en wat de achtergrond daarvan is, zal de inhoud van dit tweede deel wat optimistischer zijn. Er komen positieve ervaringen aan bod, de psychologische aspecten worden besproken, en verder ligt de nadruk op hoe om te gaan met deze klachten en eventuele oplossingen zoals hormoonsubstitutietherapie (HST).
Alhoewel bij de zangeressen die op mijn oproep reageerden, de positieve ervaringen zeker niet de overhand hadden, werden er toch enkele genoemd. Sommige zangeressen hebben tijdens de overgang bijvoorbeeld minder problemen met het zingen in de laagte, de laagte en het middengebied worden zelfs beter. Een ander schrijft: “Je wint in de breedte wat je in de hoogte kwijt raakt”. Met andere woorden: je vocale vaardigheden nemen misschien af, maar dit wordt gecompenseerd door een interpretatie die aan diepgang wint. Ook wordt genoemd dat hoe ouder je wordt, hoe minder je van jezelf iets hoeft te bewijzen. Het mag ook ‘minder mooi’ zijn waardoor het juist beter lijkt te worden. In elk geval wordt het zingen hierdoor relaxter. Soms ontstaat er door de stemproblemen die tijdens de overgang ervaren worden meer kennis over en meer begrip voor problemen bij leerlingen. Een zangeres die besloot om met zingen te stoppen merkte op dat het stoppen ook een opluchting kan zijn: “Die strijd: altijd maar discipline opbrengen, je schuldig voelen – het is nooit goed genoeg.”
Glazen stemplooien
In de tv-documentaire ‘Uitgebloe(i)d’ van Ingeborg Beugel, wordt genoemd dat 49% van de vrouwen die in de overgang zijn last heeft van depressies. Dat is behoorlijk veel. Feit is dat het gevoel steeds te moeten presteren veel zangeressen tijdens de overgang opbreekt. Je hebt immers minder controle over je stem, je geheugen wordt onbetrouwbaarder en door de opvliegers heb je een minder goed fysiek contact met jezelf. Deze onzekerheid brengt stress met zich mee en kan leiden tot faalangst en er geen zin meer in hebben. “Ik had zin om me te verbergen en dat kan natuurlijk niet wanneer je zingt” schrijft een collega. Een ander meldt gevoelens van schaamte tijdens het voorzingen voor leerlingen. Zangeres Christa Ludwig zegt naar aanleiding van de stemproblemen die ze had toen ze vervroegd in de overgang kwam: “It was a hell of some years, sometimes I had the impression that my vocal cords were made of glass, they felt so fragile. (…) There was a real fear, every day, whether the voice was there” (Scala, 2000). Gevoelens van kwetsbaarheid leiden er toe dat diverse zangeressen schrijven weinig plezier meer aan het zingen te beleven. “Ik functioneerde als zangeres puur op plichtsbesef en was nergens blij mee.” Evelyn Lear, een Amerikaanse operazangeres, beschrijft haar overgang als volgt: “You’re not singing on your interest any more. You’re singing on your capital. And that can be dangerous.”
Na de overgang
Na de worsteling met de overgang belanden veel zangeressen weer in rustiger vaarwater, ook vocaal gezien. Sommigen vinden veel voldoening in het lesgeven, maar er is ook een collega die na de overgang, en nu ze meer tijd heeft omdat haar kinderen groot zijn, juist–en met veel voldoening- het optreden weer heeft opgepakt. Ook operazangeres Nelly Miricioiù pakte haar carrière weer op nadat ze mede door overgangsproblemen 1,5 jaar niet kon optreden. Ze nam in die periode meer leerlingen aan en focuste op andere dingen. Ze ontdekte dat de menopauze niet het einde van je carrière hoeft te betekenen. “Het was schokkend om na zo’n lange tijd ineens weer te gaan zingen en te ontdekken dat de stem zich niet meer als een jojo gedroeg.” Miricioiù sprak overigens heel open over de overgang. “Er wordt zo schamper over de menopauze gedaan, alsof het slechts iets psychosomatisch zou zijn of iets waarvoor je je zou moeten schamen. Het is onder zangers een groot taboe, daar ben ik nu wel achter gekomen. Maar de menopauze is een heel natuurlijk proces. Het zet je hele leven op zijn kop en het verwoest je mentaal. Je weet niet meer wie je bent en je gaat je inderdaad afvragen of het zich inderdaad niet allemaal in je hoofd afspeelt. Zingen heeft alles te maken met een perfecte balans en als je jezelf en je functioneren ter discussie gaat stellen, dan volgt de stem vanzelf“ (Trouw 2006). Brigitte Fassbaender, de Duitse mezzo-sopraan, zei in een interview voor CBC in 1996 al dat, omdat zangers zelden spreken over de overgang, ze niet leren omgaan met de vocale problemen die het kan veroorzaken. Daardoor stoppen ze veel te vroeg met zingen.
Wat kun je doen?
Hoe gaan zangeressen om met de veranderingen en eventuele problemen, die ze tijdens de overgang ervaren, en welke opties zijn er eigenlijk? De Amerikaanse Anne Elise Richie publiceerde een interessant onderzoek over de lengte van de zangcarrière van professionele zangeressen. Zij bracht onder andere in kaart welke keuzes zangeressen maken om hun stem door de jaren heen in conditie te houden. Ze verdeelt deze keuzes in 5 categorieën:
- Trainingskeuzes (coaching, verder studeren, oefenen)
- Carrièrekeuzes (repertoire keuzes, planning, contract aanvaarding)
- Lifestylekeuzes (familie/sociaal, vermijden van lawaai en rook, rust inplannen, sporten)
- Medische keuzes (medische zorg, supplementen, hormoonsubstitutie-therapie)
- Dieetkeuzes (voeding, dieet, hydratatie, vermijden van alcohol)
De ervaringen en suggesties die ik van collega’s ontving, vallen allen onder één van de vijf bovengenoemde categorieën. Er is slechts één collega die meldt dat ze niets onderneemt, behalve begrip kweken voor wat er kan spelen en compassie voor zichzelf. Ook kan het helpen uitleg te geven aan je cliënten/leerlingen.
Trainingskeuzes
Als er geoefend wordt dan is het nodig om langer en met meer zorg in te zingen melden meerdere zangeressen. “Ik zie het als een leuk soort fitness voor de stem en vergelijk het met fysieke oefeningen doen om lekker fit te blijven en zo blijft ook het hoofd in beweging!” schrijft een collega. Als aandachtspunten worden vooral genoemd: houding, adem(steun), flexibiliteitsoefeningen. Wanneer het stemplooi-weefsel uitdroogt kost het meer ademdruk om de stemplooien te laten trillen. Na enige tijd leidt dit tot een vermoeide stem, je moet harder werken om je stem aan de gang te krijgen en te houden. Bij het verbeteren van de spiertonus en het realiseren van een efficiëntere stemgeving kunnen ook stemtherapie en de Lax Vox methode een oplossing bieden.
Mannelijke collega’s die als docent met vrouwen in de overgang werken merken op dat deze hun techniek soms gebruiken zoals ze die ooit lang geleden (aan-)geleerd hebben. Ze hebben bijvoorbeeld de gewoonte om kleine technische onvolkomenheden te compenseren met kracht. Maar lichaam en strot zijn inmiddels uiteraard veranderd en de ademsteun is enigszins verslapt. Dit kan verbeteren door aandacht en oefening. De overgang kan dus een aanleiding zijn om slimmer te gaan oefenen en gewoontes te veranderen. Sowieso helpt het om de stem te blijven trainen door bijvoorbeeld thuis te oefenen en/of les te nemen. Dit is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Men heeft het druk met andere dingen en kan het niet altijd (meer) opbrengen. Een collega merkt dan ook op dat er minder souplesse en subtiliteit in de stem is maar voegt er tevens schuldbewust aan toe dat ze ook minder oefent.
Repertoirekeuzes
In het onderzoek van Anne Elise Richie gaf 36% van de zangeressen aan het repertoire tijdens hun carrière aangepast te hebben. Naar de precieze reden werd niet gevraagd maar omdat de stem tijdens de overgang bij veel zangeressen lager wordt zou dit een aanleiding kunnen zijn. Uit de reacties die ik op mijn oproep krijg blijkt inderdaad dat sommige zangeressen hun repertoire omlaag zetten. Pop- en jazz zangeressen zijn vrijer om dit te doen dan hun klassieke collega’s. De laatsten kiezen er soms voor om ander repertoire te gaan zingen, bijvoorbeeld niet meer het lichte snellere, maar meer het romantische brede.
Door de veranderende omstandigheden is er soms ook behoefte aan een muzikale en methodische aanpak met meer vrijheid en waarin niet toegewerkt wordt naar die ene ‘ideale’ klank. Van diverse kanten krijg ik bijvoorbeeld enthousiaste reacties over de onderzoekende aanpak van de Lichtenberg methode (klank georiënteerd zingen), waarbij het luisteren en het waarnemen centraal staat. Veel collega’s ervaren deze aanpak als bevrijdend. Een collega improvisatie-docent meldt in aansluiting hierop dat ze steeds vaker oudere, klassiek opgeleide leerlingen heeft, die behoefte hebben aan een andere benadering en graag vrij willen improviseren.
Dieet en supplementen
Het mag duidelijk zijn dat er geen vaste regels zijn voor een oplossing voor stemproblemen gerelateerd aan de overgang. Dit benadrukken ook wetenschappers als Prof Dr. Felix de Jong (2010) en Abitbol/Benninger (2006). De laatsten pleiten in het bijzonder voor een behandeling die uit meerdere factoren bestaat. Onderdeel daarvan kan een regelmatige en gezonde leefstijl zijn waarin het innemen van antioxidanten, vitamine C en E, en mineralen als magnesium, past. Deze ondersteunen niet alleen een goede algemene gezondheid, maar ook een gezonde stem.
Supplementen die werken bij overgangsklachten en waar collega’s goede ervaringen mee hebben zijn Maca poeder, Agnus Castus capsules en fyto-oestrogenen (oestrogenen aanwezig in plantaardige materialen als soja en rode klaver). De arts John R. Lee schreef een boek waarin hij uitlegt waarom niet het tekort aan oestrogenen, maar het tekort aan progesteron klachten veroorzaakt in de menopauze. Hij beveelt natuurlijke (plantaardige) progesteroncreme aan (en dus absoluut geen synthetische progestagenen).
In een artikel in de Daily Mail (2011) over de ouder wordende stem zegt Dr. Rubin (Royal National Throat, Nose and Ear Hospital in Londen) dat vitamines en mineralen als magnesium, zink en calcium alleen aan vrouwen in de overgang gegeven moeten worden onder supervisie van een arts. Dit vanwege de bijwerkingen die deze kunnen hebben. Zijn collega, Dr. Ruth Epstein, adviseert om voedsel dat veel zuren bevat (pittig gekruid eten, witte wijn en citrusvruchten) te vermijden, deze irriteren de stemplooien. Ook is het verstandig niet laat op de avond nog te eten. Oudere rode wijnen zijn minder slecht omdat ze minder zuur zijn. Velen van ons drinken te weinig water, hetgeen voor de stem veel kan uitmaken. Zout is niet zo slecht voor ons, omdat het helpt vocht vast te houden, terwijl koffie en thee beter kunnen worden vermeden omdat cafeïne vocht afdrijvend is. Gekookte of gebakken tomaten zijn heel zuurhoudend en liefhebbers van chocola kunnen het beste pure chocola eten, aldus Dr. Epstein.
Het gebit
Prof. dr. Felix de Jong had het in zijn lezing in 2010 over het belang van het gebit. De vorm van het gebit heeft namelijk veel invloed op de resonans van de stem. Ook de bovengenoemde Dr. Ruth Epstein benadrukt het belang van het gebit en adviseert het regelmatig bezoeken van de tandarts. “Missing teeth can affect the way you sound, so get implants if you can afford them.” Abitbol/Benninger (2006) noemen daarbij nog het belang van mondzorg in verband met een goede mondhygiëne en ‘smering’. Het laatste is cruciaal voor een optimale stemkwaliteit. Voldoende smering van het aanzetstuk wordt bereikt door hydratatie (genoeg drinken!) en indien nodig door het nemen van medicijnen die het slijm verdunnen.
De ‘voicelift’
Je kunt proberen alles zelf te doen, of de natuur een handje helpen en een zogenaamde voicelift ondergaan. De term voicelift werd voor het eerst in 2004 door KNO-arts Robert Sataloff gebruikt om de technieken te beschrijven waarmee je een beschadigde of oudere stem kunt repareren. Sataloff benadrukt dat een dergelijke ingreep altijd onderdeel is van een multidisciplinaire aanpak waarbij bijvoorbeeld ook logopedisten zijn betrokken. Zijn aanpak kan de stem tientallen jaren jonger doen klinken en in 80% van de gevallen zijn de mensen tevreden over het resultaat zonder dat ze een operatie hebben ondergaan.
Een voicelift is een ingreep die, in de meeste gevallen, erop gericht is het stemplooiweefsel op te vullen en de stemplooien dichter naar elkaar toe te brengen, zodat ze beter sluiten. Hierdoor zit er geen lucht meer op de stem. Tijdens een operatie wordt het weefsel naast de stemplooien via de mond of nek geïnjecteerd met vet (vaak is dat eigen buikvet), collageen, of hydroxy-apatiet (onze botten bestaan voor 65% uit hydroxy-apatiet dat voor stevigheid zorgt). Deze operatie, injectie laryngoplasty genoemd, wordt meestal uitgevoerd bij mensen met medische problemen, bijvoorbeeld als gevolg van keelkanker, maar wordt, in landen als de USA en Engeland, ook voor cosmetische doelen toegepast. Hetzelfde geldt voor thyroplastiek. Om een betere stembandsluiting te krijgen beïnvloedt de chirurg de positie en vorm van de stemlippen door het plaatsen van een correct gevormd Gore-Tex of siliconen blokje. Deze wordt in het strottenhoofd geplaatst via een klein sneetje in de nek. Het voordeel van thyroplastiek is dat het resultaat blijvend is.
Abitbol stelt, in een interview in Paris Match in 2007, dat operatieve ingrepen om de stem te verjongen in 95% van de gevallen nutteloos zijn. Sataloff meldt op zijn website dat het zelden voorkomt dat de stem na deze ingrepen slechter klinkt. De enige complicatie kan zijn dat er onvoldoende stemverbetering is, of dat het resultaat na enige tijd verdwijnt. In dat geval kan dit gecorrigeerd worden via aanvullende injecties of door het operatief aanpassen van de implantaten.
Het ondergaan van een voicelift wordt steeds populairder, niet alleen bij zangers maar vooral bij zakenmensen die bang zijn dat hun ouder klinkende stem hun carrière nadelig beïnvloedt. Het is niet goedkoop: In Engeland kost deze behandeling ongeveer £6000 (2012).
Hormonen
Onderzoek maakt duidelijk dat de overgang al eind dertig kan beginnen. Het is mogelijk ineens in de overgang te zitten, bijvoorbeeld na een baarmoederverwijdering, maar bij velen is het een jarenlang proces waarbij de hormoonwaarden schommelen en de menstruatiecyclus onregelmatig is. Omdat zangeressen op ieder moment van dit proces hormoon-gerelateerde stemproblemen kunnen krijgen, bevelen stemwetenschappers vrouwen aan om vóór het begin van de overgang de basiswaarden van alle hormoonwaarden te laten meten. Deze kunnen dan later als referentie dienen.
In het eerder genoemde onderzoek van Richie legt foniater Y.D Heman-Ackah uit dat hormoon-gerelateerde problemen een veelheid van afwijkingen kan betreffen. Bijvoorbeeld schildklierafwijkingen, hypofyse-afwijkingen, diabetes en andere afwijkingen in het glucose metabolisme, afwijkingen in de waarden van de sexhormonen en in de cortisolwaarden. Al deze afwijkingen kunnen ook hun invloed hebben op de stem: oedeem, veranderingen in de vorm en de spieren van de larynx, in de dikte van de stemplooien en in de zenuwen die de larynx aansturen. Professionele zangeressen waarvan de carrière te lijden heeft onder dit “menopausal vocal syndrome” kunnen bij een arts hun individuele risico laten bepalen in relatie tot het nemen van vervangende hormonen, terwijl een foniater kan bepalen of hormoonsubstitutietherapie (HST) de juiste oplossing is voor het vocale probleem. Voor zangdocenten is het aan te bevelen goed op de hoogte te zijn van deze zaken en vooral van het feit dat de medische beoordeling complex is en het best aan medici kan worden overgelaten.
Ervaringen met het nemen van hormonen
Diverse collega’s stuurden hun ervaringen met het nemen van hormonen. Een collega kwam vroeg (43) in de overgang, kreeg medicatie ter voorkoming van osteoporose en zong daarna vlot door. Een andere collega slikte eind jaren 80 gedurende 9 maanden testosteron. Haar stem ging enorm achteruit en het zingen van hoge noten werd een probleem. Toen ze later om een andere reden vrouwelijke hormonen ging slikken, kwam de stem weer terug. Ze slikt deze hormonen nog steeds en de stem functioneert goed. Het nemen van testosteron door zangeressen wordt inmiddels sterk afgeraden. Abitbol schrijft in 1999 dat een vrouwenstem altijd mannelijke trekken ontwikkelt na een injectie met testosteron. Een dergelijke verandering is onomkeerbaar. Ank Reinders haalt in haar artikel ‘Hormonen en de vrouwelijke zangstem’(1999) prof. Schutte aan met de quote: ‘Zangeressen zou ik nog geen milligram durven geven!’ Ook Sataloff (2013) waarschuwt voor de permanente ‘vermannelijking’ van de vrouwenstem als gevolg van het nemen van androgenen.
In een andere positieve reactie over HST die ik ontving, werd genoemd dat je tegenwoordig kunt kiezen uit 2 soorten in gevarieerde doseringen: Femoston en Tibolone. In de laatste zit ook testosteron en dit middel is dus voor zangeressen af te raden. Deze zangeres had veel baat bij de therapie en meldde weer glans in de hoogte te hebben, meer stemcontrole (ook bij de registerovergang), zowel vocaal als fysiek meer fitheid en ze was uiterlijk ‘frisser’. Bovendien heeft ze sinds het starten van de therapie geen enkele keelontsteking meer gehad.
Een wondermiddel?
Voor wie de kranten leest mag het duidelijk zijn dat HST niet helemaal onomstreden is. In februari 2015 meldde de NRC nog in een groot artikel dat bij vrouwen die hormonen slikken de kans op het krijgen van eierstokkanker met 0,001% is verhoogd. Ook in de jaren 70 en latere jaren waren er berichten dat door het slikken van hormonen er een grotere kans was op baarmoederkanker, borstkanker, hartaanvallen en beroertes.
Als contra-indicatie voor het nemen van hormoonsubstituten geldt inmiddels borstkanker, bij patiënten uit een familie met een hoge risico factor, sommige hart- en vaatziekten en cholesterol gerelateerde ziekten (Abitbol/Benninger 2006). Abitbol (1999) stelt verder dat HST een therapie is voor stemprofessionals en dat iedere vrouw een individueel aangepaste behandeling moet krijgen met vitaminen en hormonen om de harmonie tussen de stem en de persoon te bewaren.
Werkt hormoonsubstitutietherapie?
Onderzoekers zijn er nog niet uit. Uit literatuuronderzoek aan de Gentse universiteit (2007) komt als conclusie dat het nog niet duidelijk is of hormonale therapieën de stemveranderingen tijdens de menopauze kunnen tegenwerken of omkeren en of zij een preventieve rol kunnen spelen. “Eerste onderzoeksresultaten wijzen alleszins wel op een positief en conserverend effect van oestrogenen op de larynx. Verder onderzoek zal moeten uitmaken wat de precieze impact is van HST op de stem.” Sataloff (2013) concludeert dat de resultaten van het gebruik van hormoonpreparaten om stemveranderingen te behandelen tijdens de overgang wisselend zijn en dat meer onderzoek nodig is. Echter, indien er hormoonpreparaten worden toegediend, dan moet de dosering daarvan aangepast worden aan de hormoonwaardes van de patiënt. Het vinden van die juiste dosering is lastig. Jean Marmoreo, een huisarts die in het Toronto’s Women’s College Hospital grote aantallen vrouwen in de overgang behandelt, schat dat ongeveer 70% van de vrouwen stopt met HST vanwege een verkeerd voorgeschreven dosis.
Deborah Rosen, een medisch psychologe die veel met artiesten werkt, stelt dat HST nog niet subtiel genoeg is om de premenopauzale hormoonwaarden van de zanger te kopiëren. “Soms doen ze teveel, soms te weinig.” Zij adviseert zangeressen in de overgang gewoonlijk een goede zangpedagoog te zoeken die kan helpen bij het opnieuw opbouwen van een goede zangtechniek.
Hormoongebruik
Uit het eerder genoemde onderzoek van Richie komt naar voren dat veel professionele zangeressen gedurende bepaalde periodes van hun carrière anticonceptie innemen en kiezen voor HST. Bijgaand schema laat hiervan een overzicht zien naar leeftijd. De linkerkant van het schema laat de vrouwen zien die anticonceptie slikten, de rechterkant de vrouwen die dat nooit deden. Ofschoon het maar om honderd vrouwen gaat, lijkt het dat vrouwen eerder geneigd zijn voor HST te kiezen wanneer ze in het verleden anticonceptie slikten.
In Nederland is het gebruik van HST laag vergeleken met het buitenland: 5-6% tegen 25-30%. in Europa. Toch begint het taboe wat af te nemen en is er inmiddels consensus dat er een plek is voor HST. Men is het erover eens dat de waarde van de therapie individueel moet worden bekeken en dat het de voorkeur heeft om te starten rond de menopauze –rond het 50-ste jaar en zeker niet op je 60-ste- en dat de therapie niet langer mag duren dan 5 jaar. Dit staat allemaal op papier. Ook zijn specifiek op de overgang afgestemde hormonen veiliger dan het ‘gewoon doorslikken van de pil’ hetgeen veel huisartsen adviseren.
Welk hormoontype is het best?
Mocht je overwegen hormonen te gaan slikken maakt het voor je stem dan uit welk type je neemt? Lindholm (1997) gaf 16 vrouwen oestrogeentherapie en 43 vrouwen oestrogeen/progestageen therapie maar vond zowel objectief als subjectief geen verschil in vocale eigenschappen. Ook de Universiteit van Gent onderzocht in 2012 het effect van verschillende HST toepassingen op de stem bij postmenopauzale vrouwen. Zij concluderen dat de gemiddelde spreektoonhoogte van de postmenopauzale vrouwen die geen hormonen namen significant lager was, en dat zij ook lager konden foneren vergeleken met de vrouwen die hormonen namen. Er waren geen stemverschillen meetbaar tussen postmenopauzale vrouwen die alleen oestrogenen namen en zij die zowel oestrogenen als progestagenen namen. HST lijkt dus de stemveranderingen die tijdens de overgang optreden tegen te gaan en hierbij speelt het type hormoon geen rol.
Speelt het type hormoon waarschijnlijk geen rol in het effect op de stem, voor de algehele gezondheid van de vrouw maakt het wél uit of je alleen oestrogeen neemt of daarbij ook progestageen. De North American Menopause Society (NAMS) stelt in haar Hormone Therapy Position Statement(2012) dat het voor iedere vrouw die HST overweegt nodig is een individuele risicoanalyse te maken. Voor vrouwen tussen 50 en 59 is het absolute risico van HST bijvoorbeeld laag. Maar dit geldt niet voor vrouwen ouder dan 59, zij moeten juist oppassen met langdurig hormoongebruik. Vrouwen die vervroegd in de overgang komen hebben een verhoogd risico op osteoporosis, en mogelijk hart- en vaatziekten, en zij hebben ook vaak meer last van overgangsverschijnselen. Aan hen wordt daarom vaak HST aangeraden totdat ze op middelbare leeftijd komen. Voor alle vrouwen geldt dat bij langdurig gebruik oestrogeentherapie veiliger is dan een gecombineerde oestrogeen/progestageen therapie. Over de gecombineerde therapie schreef de NAMS in 2010 dat deze geassocieerd wordt met een verhoogd risico op borstkanker, waardoor deze beter niet langer dan 3 tot 5 jaar gevolgd kan worden.
Aftrainen
Er zijn meer beroepen waarbij voor de uitoefening een ultieme lichaamscontrole noodzakelijk is. Dansers en sporters weten bijvoorbeeld dat hun carrière eindig is en voor sommige van hen bestaan zelfs speciale trajecten die het opnieuw vormgeven van hun carrière ondersteunen. Bij sporters bij wie dit niet soepel verloopt wordt wel gesproken over het ‘onttrainingssyndroom’. Op de website van Sportzorg.nl lees ik: “In fysiologisch opzicht is het belangrijk of het afbouwen acuut dan wel meer geleidelijk gebeurt. Psychologisch speelt het vrijwillige dan wel onvrijwillige karakter van de keuze een essentiële rol. Uit onderzoek blijkt dat het psychologisch veel minder ingrijpend is wanneer een sporter zijn doelen gehaald heeft en dan zelf kiest om te stoppen, dan wanneer hij door een hardnekkige blessure gedwongen is dat te doen.
Bij het abrupt staken van de gebruikelijke lichamelijke belasting wordt de balans in het neurovegetatieve systeem verstoord. Dat wil zeggen dat het hormonale stelsel en het autonome zenuwstelsel andere prikkels krijgen dan ze gewend waren.” Het is misschien niet verstandig om bij zangeressen in de overgang van een onttrainingssyndroom te spreken, maar sommige symptomen van dit syndroom klinken toch verdacht bekend; vermindering van algemeen prestatievermogen, vermindering van hartminuutvolume, vermindering zuurstofopname, vermindering spierkracht, verminderde gezondheidstoestand, vermindering (publieke) aandacht, verandering van het zelfbeeld, vermindering van zelfvertrouwen. Het zou de moeite waard zijn om te onderzoeken of we iets van deze disciplines kunnen leren wanneer het eropaan komt strategieën te ontwikkelingen die kunnen helpen bij het omgaan met alle fysieke, psychologische en emotionele veranderingen tijdens de overgang.
Vragen
Het onderwerp stem en overgang biedt op allerlei terreinen genoeg vragen waarop, gezien de complexiteit van het onderwerp, vele antwoorden mogelijk zijn. Ook blijft er nog voldoende te onderzoeken. Het belangrijkste echter zijn de vragen die ieder voor zichzelf moet beantwoorden in de loop van zijn of haar zangcarrière. Daarbij zal, met name voor de klassieke zangers, het moment dat zingen op het hoogste technische niveau niet meer vanzelfsprekend is, een katalysator zijn. Zoals een collega schrijft: “Willen we tot ons 67-ste blijven doorgaan als uitvoerend artiest? Of beperken we ons tot het doceren na een bepaalde leeftijd? Of willen wij het oud-worden uitstellen tot ons 80-ste? Is 80 het nieuwe 65 over een paar jaar?” Of moeten we, zoals documentairemaakster Ingeborg Beugel suggereert, een voorbeeld nemen aan andere culturen zoals in Azië en Zuid Amerika waar oudere vrouwen een nieuwe status krijgen als ‘wijze’ en niet eeuwig jong en sexy hoeven te blijven? Een collega schrijft: “In deze tijd is jeugd norm, tegelijkertijd zijn er meer strijdbare ouderen, misschien brengt dat iets?” Ook merkt iemand op dat het bij klassieke muziek wel erg over klankschoonheid en een klankideaal gaat, misschien is het daar ook tijd voor een verandering.
Dan is er nog de optie om de hele overgang meer spiritueel te benaderen, Zoals Deborah Rosen zegt: “There are spiritual dimensions, and a tremendous potential for dignity in this phase of life, as well. One of the things I try to help singers to do, is to realize they are not merely their voices. I see it as an enormous opportunity to discover roundness and the beauty of wisdom, as opposed to the angularity of life.” Een collega besluit haar verslag over ervaringen met de overgang als volgt: “Door dik en dun blijf ik mij toch zangeres voelen. Kennelijk zijn wij ‘zangeres’ met niet louter en alleen onze stembanden. En muziek in z’n algemeenheid blijft een onmisbaar element in mijn leven.”
Gepubliceerd in het Bulletin van de Nederlandse Vereniging van Zangpedagogen. Herfst 2015